AMBON, Deathwish 1 tot en met 25

29 november 2014 - Ambon, Indonesië

Ambon is bijzonder. Zonder enige twijfel de meest bijzondere streek in Indonesië waar we zijn geweest. We kunnen er heel veel over vertellen (en dat zullen we ook nog zeker doen), maar dit verhaaltje gaat over het openbaar vervoer.

Ambon kent eigenlijk vijf soorten OV: Taxi, bus, ojek (motortaxi), motorboot en becak. De laatste hebben we (op Ambon) nog niet gebruikt, de motorboot komt morgen. Ik beperk me daarom tot de eerste drie.

De Taxi… Waar in de rest van Indonesie tenminste nog één bedrijf is dat structureel gebruik maakt van een meter (Blue Bird), is dit iets wat op Ambon onbekend is. Bij elke rit moet er over de prijs onderhandeld worden. Er kan natuurlijk geen sprake zijn van het betalen van de gevraagde prijs. Niet alleen is dat tegen het principe, maar je betaalt je zelf ook scheel. Veel ruimte voor onderhandeling is er overigens niet. Het woord kartelvorming bestaat hier misschien niet, het principe wel! Als je een langere periode verblijft op Ambon moet je heel snel de taxi links laten liggen! Om een indruk te geven: De taxi van Pattimura airport naar ons eerste hotel moest volgens de heren op het vliegveld 200,000 roepia kosten. Als je beseft dat een gemiddeld maandsalaris van een geschoold persoon ongeveer 2.000.000 roepia is, weet je dat deze zaken onder het kopje ‘ flessentrekkerij’ vallen.

Is er een goed alternatief voor de taxi vraagt u? Ja. Er rijden een ontelbaar aantal busjes op Ambon. Het is goedkoop (3000 tot 10.000 roepia afhankelijk van de afstand) en een dienstregeling is niet nodig, je struikelt er over. Zijn er nadelen aan? Ja, de busjes zijn gemiddeld 30 jaar oud en de bus kent maar twee onderdelen die altijd werken: de claxon en de radio. Beide worden veel gebruikt en hebben hetzelfde volume als een oude Fokker 100! Het is vrijwel altijd gezellig, dat kan ook haast niet anders als je met veertien personen op elkaar gepakt zit. Verwarming is niet nodig, airco ook niet, er zitten toch geen ramen in. Zittend in zo’n bus krijg je als Nederlander toch al snel de indruk dat geen enkele chauffeur een rijbewijs heeft, ooit heeft gehad of ooit zal krijgen. Ze rausen echt door! Gisteren zaten we met een man of veertien achter in een Toyota Hilux en we scheurden ongeveer met 120 km/u over een klein weggetje, al zigzaggend tussen brommers, voetgangers en andere busjes door. Dit middel van vervoer heeft voor mij de titel van het stuk geleverd! Vreemd genoeg voel ik me in die busjes meestal niet onveilig, sterker, ik geniet er van. Slechts één keer vond ik het minder prettig. We gingen van Natsepa naar Ambon. Na ingestapt te zijn, sprong de chauffeur eruit, greep een grote sleutel en ging aan de auto sleutelen! Na een geslaagde remproef vond hij het kennelijk vertrouwd en gingen we rijden. Nonna zat naast de chauffeur en heeft het interieur van de bus niet kunnen aanschouwen. Ik wel, ik zag tussen mijn voeten (en door de vloer) alle stukken asphalt die hier lagen. Gezien mijn gewicht ben ik blij dat de vloer het gehouden heeft.

Gisteren hebben we kennis gemaakt met de ojek (motortaxi). De heren keken een beetje twijfelachtig toen ik bij één van hen achterop ging zitten. De veren waren niet al te goed en het risico moest ingeschat worden of de banden het zouden houden. Tijdens het achterop zitten (natuurlijk zonder helm) vond ik de busjes opeens extreem veilig. Die jongens rijden in het donker zonder licht tussen busjes door en halen er meer in dan dat ze ingehaald worden! Toch hebben we alles met plezier ondergaan en ook nog overleefd!

Foto’s